Ik ben negen.
De klas om me heen verdwijnt als ik mijn pen achterna reis naar Mensenwetennooitietsland. De verhalen gebeuren vanzelf in mijn hoofd en ik hoef ze alleen maar op te schrijven – wel snel, want met het vreemde mannetje dat mijn metgezel is tuimel ik van het ene avontuur in het andere. Over mijn handschrift is de meester niet te spreken, over de verhalen wel.
In mijn middelbare schooltijd spijbel ik vaak met mijn vriendinnen. We schrijven onze namen op de muren. Gedichtjes schrijf ik alleen in mijn dagboek. Ik heb gemerkt dat de buitenwereld niet altijd met open armen op mijn binnenwereld staat te wachten. Later vinden de gedichten toch hun weg naar buiten, vermomd als liedjes, bij de band waarin ik speel. Ook maak ik met vrienden een lokaal TV programma, waar in sketches en clips woord en beeld samen komen.
Ik vind veel voldoening in het geven van workshops aan kinderen: theater, verhalen en video. Scenarioschrijven maakt mijn taal beeldrijker. Ik schrijf een kinderboek, ‘OverAarde’, wat in een la blijft liggen. Liever schrijf ik een nieuw boek dan op zoek te gaan naar een uitgever.
Of misschien denk ik wel dat de wereld nog steeds niet… of dat ik zelf niet…
Hierover valt meer te lezen in mijn roman ‘Ooit’. Want twintig jaar en een aantal boeken verder ziet eindelijk mijn debuut het levenslicht bij de Boekencoöperatie. Het jaar daarop, in 2021, publiceer ik alsnog OverAarde, dat voor deze merkwaardige tijd geschreven lijkt te zijn.
Inmiddels ben ik kindercoach. Mijn komende boek heet LevensLeren en gaat over een klas met een bijzondere lerares. Er zullen coach-technieken voor het onderwijs in verstopt zitten, en dierenverhalen, want dieren kunnen ons mensen heel wat leren over het leven.
Sasha’s boeken zijn te bestellen bij haarzelf of door een mail te sturen naar boekcoop@gmail, welke boeken je wilt bestellen en waar ze naar toe moeten. Je krijgt een betaalverzoek; de bestelling wordt verzonden.
Lezersrecensie Hebban
Ooit, een leven in verborgen verhalen van Sasha Tieman
door Linda de Jong
I can’t remember why you’re here
Day and night, you’re always near
In my dreams I see it clear
How can I fix it?
How can I stay
When I keep on walking
Sleepwalking away? (Nonna)
“De vrachtwagen is er al op het moment dat ik hem zie. Ik kijk in de spiegel naar oma als ik remmen hoor, ik draai mijn hoofd en zie de zijspiegel op me afkomen. Dan komt de klap.”
De eerste zinnen in het boek Ooit, komen als een filmscène binnen. Je ziet de mensen na het ongeluk over Liza en haar oma heen buigen. Beelden trekken ook aan je voorbij, wanneer Liza de mensen in haar directe leven kort overziet.
Als lezer ben je gelijk alert. Hoe is het ongeluk gebeurd? Hoe hebben ze de vrachtwagen over het hoofd kunnen zien? Wie zijn de personages? En leven ze nog? Het antwoord laat op zich wachten.
Opvallend is dat er geen echte hoofdstukken in het boek voorkomen. De opbouw van het verhaal bestaat grotendeels uit gedachten en fragmenten van Liza en Oma Jana. Flarden die komen en gaan, waardoor je een uniek kijkje in hun hoofd krijgt en tegelijkertijd de achtergrondinformatie kunt verwerken. Iets later wordt ook Nora, de moeder van Liza toegevoegd.
Ik zat gelijk in het verhaal van Jana en Liza. Daardoor vond ik de stukjes van Nora niet meteen prettig lezen. Niet zo vreemd, want ze komt wat afstandelijk over in haar reflecties en het verstoorde een beetje de balans. Wat ergens wel grappig is, want het past bij het verhaal, hoe haar verleden plek inneemt in het huidige verhaal over de drie vrouwen. Nora verlangt ernaar om haar gemis aan haar vader een plek te geven en het zichtbaar te maken. De plots ontstane situatie door het ongeluk brengt een golf aan bewustwording met zich mee, waar ze zich geen raad mee weet.
De stukjes van Liza & Jana gaan afwisselend over het ziekenhuis, het leven dat ze leiden en over vroeger en nu. Hoe Liza worstelt met de scheiding van haar ouders, het pesten op school, en haar zelfbeeld.
Het verhaal van Jana wisselt van perspectief, herinneringen van het ongeluk en de coma van nu. Dat ‘nu’ is ruim. Het begint met dwarrelende gedachten aan de omgeving, een open plek in het bos, een huis bij een heuvel en aan een ontmoeting daar in de heuvels met Liza, na de klap. Aanvaarding strekt zich uit, in de leegte van het zonnige landschap. Jana weet niet of ze vast moet houden of loslaten, maar nu Liza weer weg is, kiest ze voor herinneringen over haar roerige jeugd in de zestiger jaren en volwassenheid. Daar valt nog iets te doen voor haar.
‘Wat wil je zien?’ vraagt de wind? ‘Alles’, zegt Janna. ‘Wat er is gebeurd, ik wil het zien zoals het was.’
Als de wind is verdwenen, zien we een flard van Jana als jong meisje, met vlammende rode haren. De jongens en de meiden gaan voor het eerst gemengd sporten. Een revolutionair idee van de jonge nieuwe gymleraar. Je bent als lezer getuige, hoe in een van de herinneringen Jana, door een populair clubje belachelijk wordt gemaakt en uitgescholden.
Liza overziet in het ziekenhuisbed haar situatie. Hoewel ze door liefde wordt omringd, voelt ze zich in het begin stuurloos en geïsoleerd. Langzaam begint de emotie door te dringen, haar ervaringen van voor- en na het ongeluk, de bewusteloosheid en over de halfbewuste toestand daarna. Over dat wat ze gezien en gevoeld heeft daar bij de heuvels. Alleen aan bed bij haar oma vertelt ze over haar dromen, fantasieën, angsten, pijn en ontmoetingen. En over de plek die ze Ooit is gaan noemen. Ze weet nog niet, of ze blij is om weer terug te zijn.
Nora voelt zich buitengesloten, nu Liza en Jana in het ziekenhuis liggen. Tegelijkertijd beseft ze dat ze nog steeds boos is op haar moeder. Ze heeft nooit antwoord gehad op haar vragen en de kans om het uit te spreken lijkt nu ontnomen.
“Als je wakker wordt gaat alles veranderen. Ik zeg dit niet tegen je, want anders blijf je misschien veilig in je coma. Ik denk dat ik in je tenen ga knijpen. Eén voor één, net zo lang tot je wakker bent.’’
Als lezer laveer je tussen de verhalen van het drietal. Hoe het ongeluk ze min of meer dwingt om elkaar te hervinden, maar ook waar ze elkaar zijn kwijtgeraakt, en wat hun eigen aandeel daarin is. Via brieven, dromen en tekeningen proberen ze elkaar opnieuw te bereiken. Of dat ook gaat lukken is niet zeker.
Het klinkt vreemd, maar de gelaagdheid in deze poëtische en filosofische roman wordt grotendeels bereikt door helderheid. Het is nergens te zweverig en de scènes zijn uitgewerkt zonder fratsen. Het decor, het verhaal, de karakters, het gebruik van beeldtaal, alles oogt authentiek en is in balans. Een verhaal, die prachtig illustreert hoe fictie in fictie de groei van een personage kan accentueren.
Sasha Tieman heeft het verhaal een stevig fundament meegeven die je aan het denken zet en tegelijk troost. De goedgekozen thema’s als bijna dood ervaringen, scheidingen, maar ook het hippietijdperk maken het boek een boeiend lezen. Het verhaal maakt je bewust dat de keuzes die je maakt als ouder, verstrekkende gevolgen kunnen hebben voor de volgende generaties.
De omslag is gemaakt door Anna Rudolf en past goed bij het verhaal. Het zou een van de tekeningen van oma Jana kunnen zijn. Tijdens het verhaal, zag ik er verschillende dingen in. De twee herten, maar ook dat wat er overblijft, als je je harnas durft af te gooien. Het naakte zelf.
Auteur Sasha Tieman | Uitgever Artscience
‘Het kwam volkomen onverwacht. De hele wereld zag het vreemde, ronddraaiende verschijnsel in de lucht waardoor alles voorgoed veranderde. Later noemden ze het de Spiraal. Niemand weet precies wat het eigenlijk was, maar er werd verteld dat er toen heel veel straling vrijkwam…’
In OverAarde komen de mensen nooit buiten. Ze zijn opgesloten in hun huis. Kinderen kennen elkaar alleen via het Web; hun leven speelt zich af in de games en programma’s van hun computer.Op een dag spelen Toon en Tint, een jongen en een meisje van twaalf jaar, een spel dat echt lijkt te worden. Twee buitenaardse wezens van Audion en Visian vragen hen om hulp bij hun zoektocht naar muziek en kleur. Daarmee hopen ze hun eigen planeet van de Grote Ruis en Mist te bevrijden.
Volgens de ruimtewezens moeten er nog mensen in de bossen van OverAarde leven. Mensen die in boomhutten wonen en hun voedsel op kampvuren bereiden. Die muziek maken met echte instrumenten, schilderen met echte verf. En de buitenlucht inademen.
Toon en Tint willen erachter komen wat er werkelijk aan de hand is op OverAarde. Het antwoord hierop is niet in hun computer te vinden, maar in de buitenwereld.